Abonneren  Inloggen

Column: Van blunders tot successen

17 maart 2025

Er wordt me soms gevraagd of ik voor iemand een goed woordje wil doen of een aanbeveling wil schrijven op LinkedIn. Doorgaans ben ik niet weigerachtig. Vind ik iemand een enorme hansworst, dan zal ik niet nalaten om dit middels een zuiver en correct geformuleerde reactie duidelijk te maken.

Ooit vroeg een voormalig collega of ik hem wilde voorstellen voor een vacante functie bij de organisatie waar ik toen werkte. Ik gruwde bij de gedachte dat ik deze narrige, nukkige droeftoeter, voor wie het nooit goed was, vijf dagen per week tegen het lijf zou moeten lopen. Ik maakte hem duidelijk dat hij dit traject bij voorkeur geheel op eigen kracht zou moeten afleggen.

In zijn sollicitatiebrief vermeldde hij mijn naam. De HR-manager liep bij me binnen en vroeg of ik hem kende. Mijn antwoord was bevestigend. Op de vraag of ik verder nog wat wilde loslaten over deze sollicitant heb ik me beperkt geuit. Was ik onder de indruk geweest, dan had ik daar zelf wel melding over gemaakt. De man heeft de job niet gekregen.

Het lijkt in deze tijden aan de orde van de dag dat mensen hun werkkring onder dwang moeten verlaten: een reorganisatie, kostenbesparingen, diepgaande verschillen van inzicht, een eigenzinnig en eigenwijs management dat alles wat oud is wil afvoeren. Of door verandering van de werkeisen of omdat de geldverschaffer het eist.

Daarmee wordt, gewild of ongewild, veel kennis, kunde, ervaring, competentie, commitment en loyaliteit overboord gezet. Vaak betreft het mensen met een uitstekende werkmentaliteit en een ‘niet lullen maar poetsen’-instelling. Wanneer zulke personen, collega’s uit mijn beroepsmatig verleden (en ik heb er veel, want ik heb veel verschillende broodheren gediend) me vragen om een aanbeveling te schrijven, dan doe ik dat met genoegen en plezier.

Het woord “kneus” viel zelfs

Ik maakte eens de fout om iemand die aan de kant was komen te staan voor te stellen aan een headhunter. Hij was een heel aardige man, met hoge bereidheid tot werken, maar wel van het type dat wanneer hij in het water keek, de vissen stierven. Tot deze conclusie kwam de headhunter na het eerste gesprek. Ik kreeg er flink van langs, met het dringend verzoek om serieuze en goede kandidaten voor te stellen. En géén brekebenen. Het woord “kneus” viel zelfs. Dat was sneu, maar niet onwaar…

En toen werd ik door een ‘koppensneller’ benaderd met vragen over een kandidaat voor de functie van algemeen directeur. Ik kende de man goed en had erg prettig met hem samengewerkt. Ik kreeg de kans om hem op een voetstukje te plaatsen. Hij kreeg de job. Hij doet het daar goed. Het bedrijf groeit als kool. Ze ontwikkelen nieuwe producten. Ze konden nieuwbouw realiseren. Tijdens het open huis kwam ik hem tegen. Hij glunderde van enthousiasme en trots. En dat doet mij goed…

Sjors Selger is een ervaren professional, actief in de grafimediawereld in de Benelux.


Deze column verscheen eerder in PRINTmatters magazine. Wil je het magazine ook ontvangen?

Neem een proefabonnement